James Watt is de grondlegger van de moderne stoommachine en vond zelfs het eerste kopieerapparaat uit. Deze Schotse ingenieur en wetenschapper bedacht ook de term paardenkracht (pk) om zo aan te kunnen geven wat de trekkracht – ofwel het vermogen – van bijvoorbeeld een stoomtrein was. In de auto-industrie wordt deze term nog altijd gebruikt. Later hebben andere wetenschappers het vermogen van energie vernoemd naar James Watt. Daarom drukken wij bijvoorbeeld het vermogen van een lamp uit in 40 watt en berekenen we het het energieverbruik in kilowattuur.
Watt is dus een natuurkundige meeteenheid om het vermogen van bijvoorbeeld een lamp of apparaat aan te geven. Energie wordt ook wel aangegeven in joules. Een mooie vergelijking is de calorieën in een maaltijd. Een calorie geeft ook aan hoeveel energie bepaalde voeding levert. Een joule geeft aan hoeveel energie er wordt opgewekt. Eén watt is simpelweg één joule per seconde. Een lamp van 40 watt verbruikt per seconde dus 40 joules.
Met kilowatts per uur meet je het energieverbruik. Dat meet namelijk makkelijker en geeft simpelere cijfers om mee te rekenen. Een kilowatt staat voor 1.000 watt en dat zijn dus 1.000 joules per seconde. Kilowattuur (kWh) is de meeteenheid voor het verbruik en geeft aan hoeveel kilowatt (1000 watt) er per uur wordt verbruikt.
Je leest je energieverbruik in kWh gemakkelijk af op de meters in je meterkast. Dit staat ook op je jaarrekening. Wil je besparen op je energieverbruik? Dan moet het aantal kWh naar beneden. Bijvoorbeeld door zuinigere apparaten met een lager verbruik of door apparaten wat vaker uit te zetten. Zo bespaar je op je verbruik én op je energierekening.
Een megawatt (MW) is een eenheid voor elektrisch vermogen. Omdat een megawatt veel vermogen is, wordt de term vooral gebruikt om het vermogen van zware apparatuur, of juist de capaciteit van windmolens en elektriciteitscentrales aan te geven.
Een megawatt vermogen kan ongeveer 1.000 huishoudens tegelijkertijd van elektriciteit voorzien. Een megawatt is een miljoen Watt. Heb je bijvoorbeeld een vaatwasser van 1.000 Watt en een wasmachine van 2.000 Watt in gebruik, dan verbruik je op dat moment 3.000 watt. Dat is 0,003 megawatt. Omdat het voor huishoudens vanwege al die nullen achter de komma niet handig is om in megawatts te rekenen, wordt daar kilowatt of watt gebruikt. Voor grootverbruikers is juist het rekenen in Watt of kilowatt niet handig.
Een megawattuur (MWh) is de hoeveelheid stroom die in een uur gemaakt kan worden door een generator met een capaciteit van een megawatt (MW). Dat kan bijvoorbeeld een windmolen zijn die een uur lang gedraaid heeft. Een windmolen wekt 6 MW op als hij maximaal draait, doet hij dit een uur lang dan heb je 6 MWh. Draait zo’n molen de hele dag, dan heeft de windmolen 6 x 24 uur = 144 MWh stroom geproduceerd.
Over het algemeen wordt het jaarverbruik van een huishouden berekend in kWh, ofwel kilowattuur, omdat het een handige en overzichtelijke meeteenheid is. 3.500 kWh staat gelijk aan 3.500.000 Watt-uur of 3,5 megawatt-uur. Het is dus afhankelijk van het vermogen in welke eenheid het stroomverbruik of de stroomopbrengst is aangegeven. Net zoals je voor het afwegen van ingrediënten gram, ons of zelfs kilo gebruikt.
Een gigawatt aan elektriciteit? Dat is nogal wat. Kun je je de energiecentrale voorstellen die dit kan opwekken en doorgeven? Een gigawatt is 1.000 megawatt, een miljard watt of miljoen kilowatt.
Een gigawatt kan ongeveer 1 miljoen huishoudens van stroom voorzien. Om dit op te kunnen wekken moet de energiecentrale ook de capaciteiten hebben. Een normale energiecentrale heeft een iets kleinere capaciteit, namelijk ongeveer 0,6 gigawatt. Dit is nog steeds een zeer grote centrale.
Net als bij kilowatt per uur (kilowattuur) kan ook de gigawatt per uur worden uitgedrukt. De afkorting hiervoor is GWh, en het is de rekeneenheid waarmee energiecentrales kunnen uitrekenen hoeveel gigawatt aan energie zij per uur kunnen produceren.
Hoewel er dus veel energie wordt opgewekt om de huishoudens in Nederland van voldoende energie te voorzien is het toch aan te raden om op energie te besparen in huis. Dat is beter voor het milieu, de energiecentrale hoeft minder hard te werken en het scheelt in de portemonnee. Doe bijvoorbeeld het licht uit in ruimtes waar je niet bent, laat opladers niet zonder apparaat in het stopcontact zitten en doe apparaten die je niet gebruikt helemaal uit. Bijvoorbeeld de televisie niet op stand-by, maar echt uit.