Veghel
Essent Infrastructure Solutions (EIS) en Kuijpers slaan als consortium Smart Business Parks met Brink in opdracht van Platform Ondernemend Meierijstad (POM) de handen ineen om vijf aangesloten bedrijventerreinen te verduurzamen in Veghel. Hoe ze dat doen? Door vraag en aanbod van energie, warmte en koude met elkaar te verbinden, om zo op termijn te komen tot een lokaal of decentraal energienetwerk.
Jan Fredriks is verantwoordelijk voor B2B solutions binnen Essent Infrastructure Solutions. Met zijn team focust hij op geïntegreerde energiesystemen, een mogelijke oplossing voor ingewikkelde energieproblematiek binnen het bedrijfsleven. Jan: “Veel bedrijven zitten met de handen in het haar. De gasprijzen zijn instabiel en het elektriciteitsnetwerk overvol. Tegelijkertijd zijn er bedrijven die bijvoorbeeld onderling hun energie kunnen uitwisselen, als de juiste infrastructuur daarvoor bestaat. Denk aan een bedrijf dat piekmomenten in energie en transportcapaciteit heeft, terwijl het naastgelegen pand juist veel stroom niet kan opslaan en moet betalen om terug te leveren. Dergelijke combinaties zoeken in vraag en aanbod en dat slim benutten, daar geloven wij in. En dat idee ligt aan de basis van het lokale energienetwerk zoals wij dat voor ons zien en willen realiseren in Veghel.”
Het consortium biedt met deze decentrale oplossing netbeheerders de helpende hand en wil samen met hen tot een juiste invulling komen. De ambitie? Om niet alleen in de toekomstige energiebehoefte voorzien, maar al ruim voor 2040 fossielvrij te opereren, door bijvoorbeeld aardgas en diesel te vervangen door waterstof.
Op het bedrijventerrein in Veghel vind je een uiteenlopende verzameling van bedrijven. “Juist die diversiteit maakt het een interessante plek,” vertelt Alex Hesling. Hij is directeur van Kuijpers Lifecycle Partners en verantwoordelijk voor de installatietechniek binnen Smart Business Parks. “Je hebt verschillende typen activiteiten nodig met ieder eigen energiebehoeftes. Dan kun je matches maken. Met eenzijdige energieprofielen zoals op de Zuidas kan dat niet.”
‘Elkaar helpen met energie, die boodschap slaat aan’
Dat specifiek dit bedrijventerrein geschikt lijkt, komt ook door de mentaliteit die er heerst. Jos van Asten is operationeel verantwoordelijk voor Platform Ondernemend Meierijstad (POM), waaronder het bedrijventerrein valt. “Er zijn hier veel familiebedrijven en andere ondernemingen die erg betrokken zijn bij hun omgeving,” aldus Jos. “Dat helpt in het collectief aanpakken van problemen. Deze bedrijven zijn vaak gericht op de lange termijn, gunnen elkaar veel en zijn genegen om samen tot een oplossing te komen. Winst is daarin niet per se het belangrijkste, continuïteit voor de omgeving en werknemers wel. POM heeft goed contact met de ondernemers hier en de algemene boodschap dat we elkaar kunnen helpen op het gebied van energie, slaat goed aan.”
Maar daarmee is niet gezegd dat realisatie ook vanzelf gaat. Jos: “Nog niet zo lang geleden hoefden bedrijven alleen een mail naar de netbeheerder te sturen om hun aansluitcapaciteit te verhogen. Daarnaast spelen veel meer ontwikkelingen. Denk aan het vervangen van diesel in vrachtwagens door elektrische vrachtwagens of voertuigen op waterstof, vernieuwde bedrijfsprocessen op elektrische aandrijving in plaats van aardgas, andere manieren van gebouwverwarming, duurzaamheidseisen van overheden of opdrachtgevers, klanten die duurzaam gefabriceerde producten willen, etcetera. Grote veranderingen waarvoor een toekomstbestendig energienet randvoorwaardelijk is. We moeten bedrijven echt meenemen in de kansen én in de uitdagingen waar ze – vrijwel zonder uitzondering – mee te maken krijgen.”
‘Maak van een bedrijventerrein meer dan alleen kavels’
Wat is nu de status op het bedrijventerrein in Veghel? Alex vertelt: “Na een zogeheten quickscan, een positieve business case en het bepalen van een technische standaard willen we starten met concrete eerste projecten. En dus zijn we in gesprek met bedrijven die bij elkaar in de buurt liggen, om te kijken hoe ze elkaar kunnen helpen in het leveren en afnemen van energie. Het idee is er, de techniek ook. Nu is het tijd voor ondernemers om buiten het eigen perceel te kijken. Ik vergelijk het met een woonsituatie. Je kunt wel een huis in een straat hebben, maar als je fijn woont op een plek waar buren voor elkaar klaar staan, dan is die straat meer dan een set huizen. Dan wordt het echt een gemeenschap. Dat kun je ook doortrekken naar een bedrijventerrein, waar je goed kan samenwerken met een duidelijk zakelijk toekomstperspectief. Door de grenzen van je perceel te overschrijden en er voor elkaar te zijn, maak je van een bedrijventerrein zo meer dan alleen een aantal kavels.”
Het consortium hanteert een koploperstrategie en begint het liefst met een klein cluster van kansrijke bedrijven. Jos licht toe: “We voeren allereerst gesprekken met bedrijven die veel energie gebruiken of juist opwekken. Partijen die al plannen hebben om te verduurzamen en ondernemers die bezig zijn met innovatieve oplossingen. Die gesprekken zijn belangrijk om inzicht te krijgen in de energiemanagementsystemen en het energiegebruik. Vervolgens bekijken we welke maatoplossing nodig is.” Jan vult aan: “Tegelijkertijd staan we natuurlijk ook open voor ondernemers die zelf al duidelijk voor ogen hebben wat hun uitdaging is, als het gaat om bijvoorbeeld congestie. Wij helpen met het zoeken naar de juiste koude- en warmteoplossing, energie-opslag, laadpleinen, noem maar op. Zo zorgen we ervoor dat bedrijven minder last hebben van de beperkingen van het overvolle elektriciteitsnet en op een verantwoorde manier hun energiehuishouding kunnen regelen. Bovendien kijken we mee naar het financiële plaatje.”
Essent heeft de intentie om te investeren en wordt daarmee mede-eigenaar van het lokale energienetwerk dat het consortium voor ogen heeft. Jan: “Als energie-assetinvesteerder kunnen we operationele kosten verlagen en de efficiency verhogen. Denk alleen al aan de elektriciteits- en gastarieven die een bedrijf betaalt. We helpen zo’n bedrijf van het gas af en zorgen bijvoorbeeld voor duurzame warmte en koude. Door slim warmte, koude en elektra uit te wisselen, kunnen we pieken als het ware uitsmeren en ervoor zorgen dat de kosten voor de transport van elektra omlaag gaan. Daarvoor zijn al enkele pilots in Nederland gaande. Om hiermee verder te gaan is het nodig innovaties op te schalen. Denk bijvoorbeeld aan een groepsaansluit- en transportovereenkomst (ATO). Daarmee kunnen meerdere bedrijven elektriciteit met elkaar delen en opwek en afname beter op elkaar worden afgestemd.”
‘Genoeg gepraat, nu is het tijd voor actie’
In 2030 moeten we volgens Europese klimaatdoelen 55% minder CO2 uitstoten. Zeeën van tijd. Of toch niet? Alex: “Er moet nog een hoop gebeuren en daar gaat veel tijd overheen. Het uitvoeren van een project in een bedrijf duurt ongeveer drie tot vier jaar. Dat vraagt ook veel van bedrijven en het duurzaam veranderen van hun productieprocessen. Om een heel bedrijventerrein te helpen, moeten we dus echt enorm tempo maken.” Na de aanloopperiode vol onderzoek, gesprekken en analyse is het nu dus tijd om aan de slag te gaan. Naar verwachting worden de eerste contracten het komende half jaar getekend. Jan, Jos en Alex zijn het erover eens en hebben er zin in. Jan: “We hebben genoeg gepraat. Het is nu tijd voor actie!”
Bekijk onze andere projecten of vraag vrijblijvend een adviesgesprek aan met een van onze experts.