Traditiegetrouw gaat de klok in maart een uur vooruit. Het is dan weer zomertijd. In oktober wordt de tijd weer een uurtje teruggezet; dan leven we weer volgens de wintertijd. Maar waarom doen we dit eigenlijk? Hoog tijd om de feiten op een rij te zetten.
In het laatste weekend van maart kunt de klok weer een uurtje verzetten. Vooruit om precies te zijn. Dan gaat in de nacht van zaterdag op zondag om 02.00 uur de zomertijd in. In Nederland houden wij ons van eind maart tot eind oktober aan de zomertijd. Zeven maanden lang is het ’s ochtends iets langer donker, maar ’s avonds langer licht. De voordelen? Optimaal gebruikmaken van daglicht én energie besparen. Tenminste… zo dacht men vroeger.
Er zijn 70 landen die de zomer- en wintertijd hanteren, dit wordt Daylight Saving Time genoemd. De zomertijd is niet overal tegelijk ingevoerd en ook niet altijd even consistent aan gehouden. Rusland leeft bijvoorbeeld sinds 2011 het hele jaar door volgens zomertijd.
Tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig werd de zomertijd bedacht en in 1977 ingevoerd. Olie was schaars en peperduur, dus werd er gezocht naar manieren om geld te besparen. Alternatieve grondstoffen en energiebronnen waren in die tijd – helaas – nog geen algemeen goed. Door in de zomer langer gebruik te maken van het zonlicht, zou er er energie bespaard worden. Dit omdat in de avond minder lang de lampen aan hoefden.
De afgelopen jaren rijst steeds vaker de vraag of de zomertijd überhaupt energie bespaart. En of het verzetten van de klok dus (nog) wel zo nuttig is. Zowel bij Milieu Centraal als de Nederlandse ministeries weet niemand zeker of de zomertijd een positief effect heeft op de energieconsumptie. Daarom ging Essent zelf op onderzoek uit.
Onze conclusie? De voordelen van de zomertijd qua energiebesparing zijn verwaarloosbaar.
Ja: in de wintertijd ligt het verbruik van energie hoger. Zo’n 2,6 procent. Maar slechts een half procent hiervan wordt veroorzaakt door het terugdraaien van de klok. De voornaamste oorzaak is eenvoudigweg het korter worden van de dagen en de dalende temperaturen. Met name tijdens de piekuren (tussen 17:00u en 19:00u) is het effect van de wintertijd sterk: er wordt dan bijna 13% meer energie verbruikt. Het is maar de vraag of de zomertijd dit kan opheffen, omdat de zon in de zomer sowieso pas na 19.00 uur ondergaat.
Hoewel de zomertijd weinig tot geen voordelen lijkt te hebben qua energiebesparing, heeft het wel een paar andere zonnige kanten die ervoor zorgen dat afschaffing onwaarschijnlijk is. Een uurtje extra licht op zwoele zomeravonden vinden veel mensen een groot voordeel. Bovendien is langer avondlicht volgens sommige onderzoekers goed voor de gezondheid. Daglicht zorgt voor de aanmaak van vitamine D en geeft ons energie. Misschien niet op de energierekening, maar wel lichamelijk.