Het Emission Trade System of ETS is het Europese handelssysteem voor de CO2-uitstoot van de industrie. Binnen dit ETS krijgen industriële bedrijven emissiehandelsrechten. Deze rechten zijn ook te verkopen en verhandelen. Naast ETS spelen allerlei nationale en Europese wetten en regelgeving een rol bij het verminderen van CO₂-uitstoot. In dit artikel gaan we in op ETS2, RED III, HBE’s en HWI. En we vertellen hoe Essent bedrijven helpt hiermee op een goede manier om te gaan.
Terug naar ETS. Hoe werkt het? Voor elke 1.000 kilo CO₂-uitstoot levert een bedrijf één emissierecht in. Zo betaalt de industrie voor de eigen uitstoot van broeikasgassen. Uiteindelijk is het Europese doel om in 2057 de uitstoot op 0 te hebben. Tussentijds doel voor 2040 is een emissievrije industrie. Om dit te bereiken, krijgen bedrijven de komende jaren geleidelijk minder gratis emissierechten. Die moeten ze steeds meer kopen, tegen een steeds hogere prijs. Daardoor wordt CO₂-uitstoot duurder. Het loont dus om minder uit te stoten, bijvoorbeeld met groene waterstof.
Als uitbreiding op het handelsysteem voor de industrie en energiebedrijven is er nu ook ETS2. Dit systeem is er voor de CO₂-uitstoot van alle brandstoffen voor de gebouwde omgeving, wegvervoer en overige sectoren, met uitzondering van land- en bosbouw, visserij, scheepvaart en spoor. Ook het mkb krijgt ermee te maken. Met de komst van ETS2 moet het midden- en kleinbedrijf niet alleen sneller uitstoot verminderen, maar ook gaan betalen voor CO₂-uitstoot.
De richtlijn hernieuwbare energie, of Renewable Energy Directive (RED) is een dynamische wet die de Europese Unie moet helpen de klimaatdoelstellingen van het Parijsakkoord te halen. Inmiddels is sprake van een derde versie van deze wet: RED III. Daarin staan nieuwe – bindende en niet-bindende – doelstellingen voor hernieuwbare energie. Zo moet bijvoorbeeld in 2030 42 procent van de waterstof in de Nederlandse industrie bestaan uit hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, afgekort tot RFBNO’s. Nu is dat nog minder dan 1 procent.
Veel uitstoot van CO₂ komt uit vervoersmiddelen. Om de broeikasgassen door de uitstoot van transportbrandstoffen te verkleinen, moet de mobiliteitssector steeds meer met hernieuwbare energie werken. Hiervoor bestaat een marktmechanisme met zogeheten hernieuwbare brandstofeenheden (HBE's). Dit zijn verhandelbare certificaten die de inzet van hernieuwbare energie – en dus ook waterstof – in de mobiliteitssector waarderen. Zo staat ieder HBE-certificaat voor 1 GJ aan geleverde duurzame energie aan vervoer. Sommige bedrijven zijn verplicht om een bepaald aantal HBE’s te bezitten en registreren in het Register Energie voor Vervoer (REV). Een HBE koop je van een bedrijf dat hernieuwbare energie opwekt. Of je levert zelf hernieuwbare energie die je vervolgens registreert en zelf gebruikt.
Ook voor de industrie is een marktmechanisme in de maak: HWI’s, oftewel hernieuwbare waterstofeenheden industrie. Wat HBE’s zijn voor de mobiliteitssector, moeten HWI’s worden voor de industrie, zo is het idee. De Nederlandse overheid werkt momenteel aan dit systeem. Daarmee worden HWI’s een potentieel middel om groenewaterstofcertificaten te verhandelen, waarmee je als waterstofproducent zorgt voor extra inkomsten. Dit helpt om de kosten van de waterstofproductie te dekken.
Er zijn dus volop wetten en regels die men ook nog eens voortdurend bijstelt. Dat heeft soms veel invloed op de bedrijfsvoering en gevolgen voor bedrijven. Tegelijkertijd is het lastig bijhouden wat nu de laatste stand van zaken is. Essent geeft inzicht in welke wet- en regelgeving voor jouw bedrijf relevant is. We hebben de nodige specialisten in huis om je te helpen met processen rondom subsidies, om te kunnen verduurzamen op een verantwoorde manier.